Ik ben bijziend, maar hoe erg is het? Hoe kan ik dit laten meten? Welke correctie heb ik nodig? Vergroting, loep: Hoe kies ik mijn dioptrie? Om je meer duidelijkheid te verschaffen, geven we je hierna een eenvoudige definitie van dioptrie.
Hoe kom ik te weten of ik bijziend ben?
De kwaliteit van je gezichtsvermogen wordt gemeten aan de hand van het punctum remotum (Latijn voor vertepunt): het is het verste punt dat je oog scherp kan zien. Het punctum remotum is oneindig bij een persoon die geen visusprobleem heeft. Als je echter bijziend bent, ligt je punctum remotum op een afstand van ongeveer 5 meter. Je bent bijziend en kunt niet ver zien.
Eenvoudig gezegd is dioptrie een eenheid die het correctievermogen van een brilglas aangeeft. De letter delta is het symbool. De dioptrie wordt berekend aan de hand van de omgekeerde formule voor de brandpuntsafstand, wat neerkomt op de lengte die nodig is om een voorwerp scherp te zien.
Dioptrie is het omgekeerde van de brandpuntsafstand.
De brandpuntsafstand is de lengte, uitgedrukt in meter, die nodig is om een voorwerp scherp te zien. Als een bijziend oog een correctie van -0.50 D nodig heeft, betekent dit dat het scherp ziet tot 2 meter. De berekening gebeurt als volgt: het omgekeerde van de brandpuntsafstand, ofwel 2 m = 1/0,5 δ of 0,5 δ = 1/2 m.
Ben ik licht, matig of sterk bijziend? We houden rekening met de volgende gemeten waarden.
Een oog met 0 D en een gezichtsvermogen van 10/10 is emmetroop en dus normaal.
Iemand is licht bijziend met een dioptrie tussen - 0.75 tot 2 D en een gezichtsvermogen van 5 tot 7/10.
Iemand is matig bijziend met een dioptrie tussen - 2.50 tot 6 D; het gezichtsvermogen is niet meer uit te drukken in tienden.
Iemand die sterk bijziend is, heeft een correctie van meer dan -6 D nodig. Het gezichtsvermogen is minder dan 1/20.
De Opticiens Zero-concession zijn 200 onafhankelijke specialisten in oogzorg die gemeenschappelijke waarden delen en verdedigen. Hun prioriteit? Niet met uw visuele gezondheid spelen.
Wat staat er op mijn voorschrift? Correcties van bijziendheid zijn met een negatieve waarde aangeduid (bv.: -3 D), wat neerkomt op zogenaamde divergente brilglazen. Om hypermetropie en presbyopie te corrigeren, zal de dioptriewaarde positief zijn (+3 D) en wordt gebruik gemaakt van convergente brilglazen.
Voor een bijziend oog waarmee je op een afstand van één meter scherp en natuurlijk kunt zien, maar verderop wazig, heb je een vergroting van -1 D nodig om verder dan een meter scherp te zien. Wanneer een bijziendheid van - 2 D wordt gemeten, kun je verder dan 50 cm niet scherp zien. Om dit te corrigeren, heb je een loep van -2 D nodig.
Gezichtsscherpte wordt uitgedrukt in tienden. Die eenheid komt overeen met de grootte van de letters die je vanop een bepaalde afstand leest. Hoe kleiner de letters, des te groter de tienden. De waarde 10/10 is geen maximum of minimum.
Gezichtsscherpte verandert ook met de leeftijd, van 1/10 bij de geboorte naar 10/10 op de leeftijd van ongeveer 6 jaar. Bij jongvolwassenen kan ze 15/10 bedragen, om vervolgens geleidelijk te dalen naar 5/10 op de leeftijd van 80 jaar.
Deze metingen (tienden en dioptrieën) worden beïnvloed door de pupildiameter: hoe kleiner de pupildiameter, des te groter de gezichtsscherpte. Pupilverwijding treedt op als er minder licht is. Dit verklaart waarom bijziende personen 's avonds en 's nachts minder goed zien. Sommige personen met een lichte vorm van bijziendheid (bv.: -0.50 D) hebben overdag geen correctie nodig, maar mogen 's nachts niet zonder correctie rijden.